Dr. Annelies Mavinkurve-Groothuis studeerde geneeskunde aan de Rijsuniversiteit van Groningen. Ze werd in het Radboudumc opgeleid als kinderarts en kinderoncoloog. Naast haar werk als kinderoncoloog doet zij onderzoek naar de gevolgen van chemotherapie op de hartspier en niertumoren. Annelies is op dit moment werkzaam als arts in het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie.
“In mijn werk sta ik dicht naast het kind en de familie. Ik heb heel veel respect voor de enorme veerkracht die zieke kinderen en hun familie laten zien. Mijn patiënten zijn tussen de nul en achttien jaar. De eerste kennismaking is met ouders en kinderen die stijf staan van de stress. Ze zitten niet voor niets aan mijn bureau, dat weten ze zelf ook. Na al die jaren dat ik dit beroep beoefen vind ik het nog steeds heel bijzonder om te zien hoe snel je als arts en gezin tot elkaar komt. Het gaat vaak om langdurige behandelingen en daar heb je elkaars vertrouwen voor nodig. Ik zie dat kinderen heel dapper de strijd aan gaan en zo proberen papa en mama te ontlasten. Zodra een kind ziek wordt, ligt het hele leven van familie en vrienden overhoop. Als arts is het dan belangrijk om in deze chaos orde te scheppen en duidelijk uit te leggen wat we gaan doen.
Ik krijg vaak de vraag of het beroep van kinderoncoloog niet heel erg zwaar is. In mijn dagelijkse werkzaamheden staat de behandeling van het kind centraal. Natuurlijk zijn er momenten waarop we als artsen erg zware en moeilijke beslissingen moeten nemen. Mijn doel is kinderen beter maken en gelukkig lukt dat tegenwoordig in ruim 75% van de gevallen. Maar dat betekent wel dat novan de patiëntjes sterft. Dat is vreselijk onrechtvaardig, ondoenlijk en heel erg pijnlijk. De dood van een kind raakt een heel gezin, de familie, vriendjes en vriendinnen. Ik vind het geen schande als mijn patiënten en de familie zien dat ik geëmotioneerd ben. Ik schaam me dan ook niet voor mijn eigen tranen. Wat mijn vak dan ondanks deze harde realiteit zo ontzettend mooi maakt, is de oneindige liefde tussen ouder en kind en de onwaarschijnlijke vechtlust van jonge kinderen. Daar krijg ik ongelofelijk veel energie van.
Een gemiddelde werkweek is voor mij erg afwisselend maar de behandeling van een patiënt staat altijd centraal. Zo heb ik op de ene dag poli, verschillende overleggen of loop ik met het spoed sein rond en doe ik op de andere dag weer onderzoek of verdiep ik mij in een specifieke behandeling.
Naast de zorgen zijn er gelukkig ook veel mooie momenten en is er altijd ruimte voor een lach. Voor de toekomst heb ik nog een aantal mooie dromen. Eén daarvan is dat ik graag een keer naar het buitenland zou willen gaan om daar zieke kinderen te helpen. Niet voor 6 maanden maar juist één of twee keer per jaar helpen bij een mooi project. Daarnaast hoop ik natuurlijk dat er steeds meer kinderen overleven en dat we de komende jaren nog veel onderzoek kunnen doen zodat de behandelingen minder bijwerkingen geven en kinderen ook na hun behandeling weer onbezorgd kunnen genieten van het leven.
Het belangrijkste wat ik iedereen mee wil geven: Haal alles uit je leven wat er in zit! Doe waar je goed in bent, volg je passie want daar ligt je kracht!”